Onder het motto ‘belonen werkt beter dan straffen’ is telematicaspecialist Geotab een samenwerking aangegaan met het gedragsveranderingsplatform Vitality. Door hun rijgedrag te verbeteren kunnen chauffeurs punten verdienen en beloningen ontvangen. De eerste cijfers laten zien dat de kans op aanrijdingen door het gedragsprogramma met 15 procent daalt. Ralf Urlings van Geotab: “Maar liefst 58 procent van de Nederlandse chauffeurs heeft overwogen om van baan te veranderen. Door goed rijgedrag te belonen willen we hen weer meer plezier aan het werk laten beleven.”
Geotab geniet in Nederland nog geen grote naamsbekendheid, maar is wereldwijd een grote speler in telematica. Of connected transport, zoals het bedrijf deze markt liever aanduidt. “Wij verwerken elke dag 80 miljard datapunten. Die zijn afkomstig van 4,7 miljoen voertuigen, die allemaal op het MyGeotab-platform zijn aangesloten. Wereldwijd bedienen we inmiddels 55.000 klanten”, vertelt Ralf Urlings, die binnen Geotab het aanspreekpunt is voor de partners in de Benelux en Duitstalige landen. “Wij leveren onze oplossing niet rechtstreeks aan eindklanten, maar werken met lokale partners. Die kennen de markt en hun klanten het beste.”
De 4,7 miljoen voertuigen waarover Urlings spreekt, zijn lang niet allemaal vrachtauto’s en bestelauto’s. Geotab levert ook oplossingen voor bijvoorbeeld personenvervoer en buitendiensten. Eén van de bekendste klanten in Nederland is bijvoorbeeld installatiebedrijf Hoppenbrouwers, dat meer dan 1200 voertuigen op de weg heeft. “Eigenlijk bieden we ondersteuning voor alles wat wielen heeft, van cargobikes tot 40-tonners en alles daartussenin”, stelt Urlings. “Steeds vaker gaat het om voertuigen met elektromotoren in plaats van verbrandingsmotoren. Dat wordt gewaardeerd door onze klanten, die naast hun zware dieseltrucks steeds vaker ander materieel inzetten zoals licht elektrische voertuigen voor in de stad.”

Ralf Urlings, Geotab
Concurrentie van voertuigproducenten
Geotab is 25 jaar geleden in Canada opgericht en heeft ruim 10 jaar geleden de oversteek naar Europa gewaagd. Dit continent was op dat moment al een behoorlijk volle markt met tientallen leveranciers van boordcomputers. Dat Geotab niet alleen is gefocust op vrachtvervoer, is wat het bedrijf volgens Urlings onderscheidt van deze leveranciers. “Veel partijen richten zich op één segment van de markt, of dat nu het beheer van cargobikes, ritregistratie van bestelauto’s of boordcomputers voor vrachtwagens betreft. Wij bieden oplossingen voor de hele markt”, legt Urlings uit.
Steeds vaker komt de concurrentie van de voertuigproducenten zelf, die hun voertuigen afleveren met ingebouwde boordcomputer en bijbehorend fleet management systeem. “Wij liften daar graag op mee en hebben inmiddels contracten afgesloten met veertien grote voertuigproducenten. Daardoor kunnen we de data van onder meer de bestelauto’s van Renault, Volkswagen en Mercedes en de trucks van BYD via het MyGeotab-platform binnenhalen. Dat biedt een uitkomst voor bedrijven met voertuigen van verschillende merken.”
Belonen van goed rijgedrag
Dit voorjaar is in Europa Geotab Vitality geïntroduceerd, een joint-venture van Geotab en het gedragsveranderingsplatform Vitality. De samenwerking is gericht op het verbeteren van het rijgedrag en verminderen van verkeersongevallen. “Ons platform beschikt al over artificiële intelligentie waarmee wij het rijgedrag van chauffeurs analyseren. Daartoe meten wij onder meer hoe hard chauffeurs remmen en hoe snel ze door bochten rijden. Op basis daarvan berekenen we van elke chauffeur het risico op aanrijdingen. Bedrijven gebruiken deze inzichten om chauffeurs te coachen, maar vaak gebeurt dat door ze te straffen voor slecht rijgedrag. Geotab Vitality maakt het mogelijk om ze te belonen voor goed rijgedrag.”
Vitality heeft onder de naam Vitality Drive een programma voor het stimuleren van goed rijgedag opgezet. Chauffeurs kunnen punten scoren en worden week op week gestimuleerd om hun score te verbeteren. Als ze bepaalde scores halen, ontvangen ze een beloning. “Dat kan van alles zijn, denk aan een tegoedbon van Bol.com of Zalando”, legt Urlings uit. “Verzekeraars die dit programma inzetten, zien het aantal schadeclaims met circa 55 procent dalen. Het aantal verkeersdoden neemt aantoonbaar af. Belonen werkt nu eenmaal beter dan straffen.”
Stress leidt tot meer gevaar
Door de joint venture met Vitality kunnen nu ook chauffeurs van Geotab-voertuigen aan dit beloningsprogramma deelnemen. Dat is volgens Urlings niet alleen goed nieuws voor verzekeraars en wagenparkbeheerders, maar ook voor de chauffeurs zelf. “Wij hebben onlangs zelf onderzoek gedaan onder chauffeurs van bedrijfsvoertuigen. Maar liefst 93 procent van de Nederlandse chauffeurs geeft aan dat hun rijgedrag negatief wordt beïnvloed door stress, terwijl 61 procent denkt dat het gevaar op de weg daardoor toeneemt. Daardoor heeft 58 procent overwogen om een andere baan te zoeken. Ze ervaren stress op de weg, maar durven hun werkgever niet om hulp te vragen en krijgen het probleem dus niet opgelost. Door coaching en het belonen van goed rijgedrag willen we ervoor zorgen dat deze chauffeurs weer meer plezier beleven aan hun werk.”
Met name het stadsverkeer leidt tot veel stress. Verschillende verkeersstromen strijden in de stad om voorrang. Het gedrag van verkeersdeelnemers is vaak onvoorspelbaar, wat leidt tot opstoppingen en vertragingen. En een vergrote kans dat de strakke planning niet wordt gehaald. “We kunnen natuurlijk niet de hoeveelheid fatbikes en scooters verminderen, maar we kunnen wel chauffeurs met een beter gevoel hun voertuig laten instappen. Als de data laten zien dat een chauffeur rustiger rijdt en beter presteert, willen we hem daarvoor graag belonen.”
Met 15 procent afgenomen
In februari is Geotab Vitality al geïntroduceerd in Noord-Amerika. In Europa draait op dit moment een betaversie van de applicatie, die beschikbaar is voor alle klanten van Geotab. Urlings: “In Noord-Amerika hebben we binnen twee maanden na de introductie al kunnen zien dat het risico op aanrijdingen met 15 procent is afgenomen. Dat is voor ons het bewijs dat het programma werkt.”